Het doel van het ANLb is het realiseren van geschikte leefgebieden voor kwetsbare boerenlandsoorten. In het werkgebied van ons collectief gaat het om drie soorten leefgebieden: open grasland, open akker en dooradering.
Elk leefgebied richt zich op specifieke diersoorten, waarbij elk leefgebied voor een soort moet voldoen aan de drie V’s:
- Voedsel: moet er genoeg zijn
- Veiligheid: een plek om zich te verschuilen
- Voortplantingslocatie: dichtbij en op het juiste moment in het jaar
CMO zet in op een variatie in beheermaatregelen: een beheermozaïek voor specifieke soorten. Dat gaat in de praktijk om een lappendeken van beheer dat elkaar aanvult. Dit beheer kan per soort(groep) sterk verschillen.
Voor welke soorten zetten we ons in?
- Leefgebied Open grasland: grutto, tureluur, wulp, kievit en scholekster
- Leefgebied Open akker: veldleeuwerik, gele kwikstaart, kievit en patrijs
- Leefgebied Dooradering: boomkikker, kamsalamander, knoflookpad, korhoen, patrijs, steenuil en (gidssoort) grauwe klauwier
Naast leefgebieden voor soorten werken we ook aan water- en klimaatdoelen. Bij water gaat het om:
- verbeteren waterkwaliteit (onder meer door randenbeheer)
- vergroten sponswerking bodem (onder meer door bodemverbetering)
Bij klimaat gaat het om:
- vastleggen CO2 (aanpassing gewaskeuze en meer houtige gewassen)
- opvangen waterpieken en droogte (door aanpassing gewaskeuze en bodemverbetering)