Melkveehouder Jan Nollen laat zien hoe een drama soms kan leiden tot iets moois. In 2002 werd zijn veestapel geruimd vanwege een koe met BSE. Na deze ingrijpende gebeurtenis besloot Jan zijn melkveebedrijf om te vormen naar een landgoed waar agrarisch natuurbeheer centraal staat. Een grote verandering, maar voor Jan een ontdekking van een nieuwe passie: de natuur.
Jan Nollen vertelt bedachtzaam, zittend aan tafel in zijn huis in Notter, dat al twee eeuwen samen met het omliggende land tot zijn familie behoort. ,,Ik heb veel nagedacht in die tijd. Ik wilde de grond niet verkopen of verhuren toen ik mijn koeien niet meer had. Ik ben hier geboren en getogen en nam het bedrijf van mijn ouders over. Ik voel me één met dit gebied. Zoiets verkoop je niet zomaar. Ik overwoog een veestapel over te nemen, maar dat voelde gek. Je kent er geen enkel dier van! In tegenstelling tot mijn eigen veestapel die voelde als familie. Ik ben 25 jaar met veel plezier veehouder geweest, maar besloot niet opnieuw te willen beginnen met onbekende koeien.”
Een knop omzetten
,,Maar hoe dan verder? Een derde van mijn 40 hectare is bos en ik ben natuurliefhebber. Ik kwam op het idee van agrarisch natuurbeheer. In 2004 begon ik met de subsidieregeling SNL, voorloper van het ANLb, nadat de provincie mijn verzoek had gehonoreerd om de begrenzing aan te passen. Qua landbouw moest ik een knop omzetten van gras naar natuur produceren. Mijn 18 hectare grasland werd kruidenrijk grasland en biodiversiteit werd mijn nieuwe doelstelling! Bij de cursus ‘Erkend natuurbeheer’ leerde ik over botanisch graslandbeheer en ontmoette ik mensen met wie ik kennis kon uitwisselen. Daarnaast verdiepte ik me in plantenkennis. Al snel beviel mijn nieuwe leven me erg goed. Ik genoot van de vrijheid zonder koeien en van de ontwikkelingen van de natuur. Dat laatste vind ik nog steeds geweldig. De natuur blijft verrassen!”
Enorme soortenrijkdom
Wandelend door zijn grasland vertelt hij enthousiast: ,,Door het verschralen zag ik nieuwe plantjes verschijnen zoals het zandblauwtje, muizenoor en bleekgele droogbloemen.” Hij identificeert al pratend even een hommel op de bloeiende vlasleeuwenbekjes met de app ObsIdentify. ,,Ah, een akkerhommel! De afgelopen 20 jaar komen hier steeds meer planten- en insectensoorten spontaan tevoorschijn. Met een vrijwilliger bracht ik jarenlang de vegetatie in kaart waaruit een enorme soortenrijkdom bleek. En volgens grondonderzoek is het bodemleven goed. Ook vogels zoals de boompieper, steenuil en groene specht gedijen goed bij het botanische beheer. En reeën hebben we hier in overvloed.”
De volgende generatie
,,Het beheer heb ik inmiddels uitgebreid met wintervoedselakkers en kruidenrijke graanakker(randen). Dat kon omdat de begrenzing weer werd aangepast in mijn voordeel. Daar maak ik gretig gebruik van. Daarnaast heb ik in 2018, met oog op de toekomst, van mijn grond een landgoed gemaakt: landgoed Nollen. Zo betaalt de volgende generatie, als ze mijn werk voortzetten, minder erfbelasting.”
Kun je iets vertellen over je afzet?
,,Mijn hooi is zeer in trek bij paardenhouders. Er zitten veel vitamies en mineralen in maar minder energie. Dat is belangrijk voor paarden, want als ze te dik worden maken ze kans op hoefbevangenheid. Wel lastig is het jacobskruiskruid. Ik steek het eruit en heb het daardoor goed in de hand. Maar in de zomer moet ik er elke week een keer langs lopen.” Met een lach: ,,Eigenlijk vind ik dat wel leuk om te doen! Al zoekend naar jacobskruidkruid kom ik allerlei mooie plantjes tegen.”
Rogge voor bakkerij Nollen
,,Bijzonder is dat ik rogge teel voor bakkerij Nollen. Ik kwam erachter dat de overgrootvader van de directeur van deze bakkersketen hier vroeger woonde. Toen ik de directeur vroeg of hij interesse had in mijn rogge, wilde hij het wel proberen omdat we verre familie zijn. Het roggebrood dat ze ervan maken is goed gelukt. Helaas is de roggeteelt nu al twee jaar mislukt door de vele regen, maar volgend jaar proberen we het weer!”
Haal je er een inkomen uit?
Ja, in combinatie met de RVO regelingen zoals groene braak, ecopremies en verkoop van brandhout kan ik ervan leven. Voordeel van natuurbeheer is dat je het kan combineren met een parttime baan. Dat was voor mij niet nodig. Wel had ik een tijd een caravanstalling erbij. Om kosten te besparen gebruik ik oude machines die ik zelf onderhoud. Voor mij zijn de ANLb vergoedingen eigenlijk wel goed. Als ik percelen verhuur, levert dat niet meer op dan ik nu ontvang. Terwijl de voldoening voor mij op deze manier veel groter is. Ik denk dat het ANLb voor een landbouwer een goede combinatie kan zijn en soms zelfs lucratief. Belangrijk is wel dat je het leuk vindt om te doen!”
Het grotere plaatje
,,Vroeger zeiden boeren tegen me: ‘Vind je het niet jammer van je mooie landbouwgrond? Straks is het geld op en sta je met lege handen?’ Maar er is al 20 jaar continuïteit in de vergoedingen. Voor de toekomst ben ik niet bang. Sterker nog, we hebben nu juist de wind mee. De overheid stelt veel geld ter beschikking voor natuurbeheer. Ik hoor ook wel eens: ‘Je voorouders hebben deze grond destijds ontgonnen en nu maak je er weer natuur van!’ Maar ik kijk liever naar het grotere plaatje. Eeuwenlang was hier natuur. Pas de laatste eeuwen kwam de landbouw en nu is het weer natuur. Wat is daar mis mee?”
Het geschenk van een drama
Reflecterend besluit Jan: ,,Ik bedenk vaak dat het drama van de gekke koeienziekte me veel heeft gebracht. Dat gegeven probeer ik uit te dragen naar anderen, dat iets moeilijks soms kan leiden tot iets moois. Ik zeg wel eens tegen boeren die zich vast voelen zitten in overheidsregels: kijk eens wat breder om je heen. Wie weet komt er wel wat anders goeds op je pad.”
Foto: Jan identificeert een akkerhommel met zijn telefoon