In Weidevogelgebied Schanebroek gaat het goed met de weidevogels. De aantallen groeien in de 500 hectare agrarische natuur, beheerd door ongeveer 15 boeren. Predatierasters en de inzet van jagers zijn factoren die bijdragen aan het succes. Dat zeggen Tera Venema, Hans Vlietstra en Gerard Heuven, het drietal dat samen tijdelijk de weidevogelwerkgroep coördineert.
Hans, Tera en Gerard waren al vele jaren weidevogelvrijwilliger (Tera zelfs al 16 jaar) toen ze, bij gebrek aan opvolging van de vorige coördinator, deze positie tijdelijk samen op zich namen. De betrokkenheid bij de weidevogelgroep straalt van het trio af, evenals het plezier dat ze uit hun samenwerking halen. Het drietal vult elkaar al pratend aan met hier en daar een goedhartig grapje. Gerard legt uit: “We doen de coördinatie tot IVN Raalte, waaronder onze groep valt, een nieuwe coördinator heeft gevonden. We vinden veldwerk namelijk het allerleukst. Nesten zoeken en tellingen doen, doen we dan ook in het seizoen meerdere keren per week, naast de coördinerende werkzaamheden.”
Kantelpunt
Hans: “Hoewel het landelijk gezien niet goed gaat met de weidevogels, zien wij juist een stijgende lijn. Er is vanuit de boeren hier veel animo om iets voor weidevogels te doen. Er is vanuit de boeren hier veel animo iets voor weidevogels te doen. Gerard Lugtenberg maakt zich er al lang hard voor en is één van de trekkers in dit gebied. Er zijn eigenlijk steeds meer boeren die mee willen doen. De resultaten van de tellingen zijn nog niet uitgegeven (op het moment van het interview, red.), maar gevoelsmatig zijn er dit jaar 20% meer weidevogels dan vorig jaar”. Tera beaamt dit: “Dat klopt denk ik wel. Of het de kans krijgt groot te worden, weten we natuurlijk nog niet. Maar we hebben wel 20 paartjes grutto’s geteld. Ik heb het idee dat de grutto’s hier een kantelpunt hebben bereikt. En met de tureluurs en wulpen gaat het ook verbazend goed. Van deze laatste zijn er 8 paartjes. Dat het nu zo goed gaat, heeft denk ik ook te maken met het feit dat er dit jaar veel muizen zijn. Daardoor jagen predatoren minder op kuikens.”
Het belang van water
“We hebben een heel mooi gebied hier”, vertelt Gerard trots. “Heel afwisselend, met plasdras, kruidenrijk grasland en bouwland. Het gebied blijft jaar in jaar uit grotendeels hetzelfde, en dat werkt want we zien dat grutto’s en tureluurs elk jaar min of meer op hetzelfde perceel terugkomen. Als een grutto een jaar later ineens mais op ‘zijn perceel’ aantreft, verhuist hij. Verder is zorgen voor voldoende water enorm belangrijk voor het succes van ons gebied. Dat hebben we dit jaar weer gemerkt met de droge lente. Het gebruik van de pompen die we van het collectief hebben gekregen, is dan essentieel. Want als het te droog is, komen de kuikens met hun snavels de grond niet meer in.”
Achtergebleven eieren
“Het weer is en blijft een belangrijke bepalende factor”, vervolgt Tera. “Dat bepaalt hoeveel eieren uitkomen en of er wel of niet een tweede leg is. Dit jaar viel op dat er in veel nesten 1 of 2 eieren achterbleven. Dat komt door een koude periode in het vroege voorjaar toen de vogels aan het leggen waren. De meeste weidevogels leggen maximaal vier eieren in een tijdsspanne van ongeveer een week. Pas na het leggen van het laatste ei gaat de vogel op het nest zitten om te broeden. Als het in die periode erg koud is, worden de eieren die als eerst gelegd zijn te koud en komen niet meer uit. Dat is dit jaar gebeurd.” Gerard vult aan: “Ondanks dat en ondanks het droge voorjaar zijn er dit jaar veel meer eieren uitgekomen dan vorig jaar. Van de kieviten schatten we dat zo’n 80% van de eieren is uitgekomen. De regen kwam net op tijd!”
Zoeken naar het juiste evenwicht
“Uiteraard zijn predatoren ook hier een probleem”, vertelt Hans. “Het gaat allemaal om het vinden van het juiste evenwicht. Om dat evenwicht te benaderen, zijn in het hele gebied jagers actief. Als je een aantal vossen afschiet, dan hebben de overblijvende vossen meer te eten en daardoor meer overlevingskans, evenals de weidevogels. We proberen ontheffing te krijgen om steenmarters te mogen vangen, maar dat is nog niet gelukt. Predatierasters helpen gelukkig óók om eieren en kuikens een kans te geven. Ook tegen steenmarters want die houden niet van hoog gras. Het is wel veel werk allemaal en het blijft natuurlijk een soort reservaat wat je creëert.”
Druk met coördinatie
Ook veel werk, zijn de taken die het drietal op zich heeft genomen met de coördinatie van Weidevogelgroep Schanebroek. Naast het veldwerk sturen ze de vrijwilligers aan, onderhouden contact met boeren, beheren materialen zoals de drone, rasters, pompen en wildcamera’s, doen administratie en overleggen veel met elkaar. “Al met al zijn we er druk mee”, zegt Gerard. “Door het coördinerende werk óók buiten het weidevogelseizoen. We hopen dan ook dat het IVN Raalte lukt een nieuwe coördinator voor onze groep te vinden zodat wij ons alleen nog maar met veldwerk hoeven bezig te houden.”
Alles draait om communicatie
“Binnen de weidevogelgroep heerst een hele goede sfeer”, vertelt Tera. “Onderling, maar ook met de boeren. Omdat we al lang in dit gebied lopen, kennen we de boeren inmiddels goed. We hebben veel contact met ze, want goede communicatie is het allerbelangrijkste. Per slot van rekening lopen wij rond in hun achtertuin. Daar moet je respectvol mee omgaan. In het seizoen gaan we meerdere keren per week het veld in om nesten en jonge dieren te beschermen. Vaak krijgen we de avond van tevoren een appje van een boer dat hij de dag erna gaat maaien. Dan komen we in actie en doen een oproepje in de appgroep voor vrijwilligers. Meestal levert dat een groep van 7 of 8 mensen op om het veld mee in te gaan. Daarvan zijn er twee drone piloten en de rest gaat te voet de percelen in. Eind mei en begin juni doen we gezinstellingen. Ik doe dit al 16 jaar en ik kan je zeggen, er gaat niks boven in het veld zijn! De natuur doet wat met je”, klinkt een enthousiaste Tera.
Oproep aan natuurliefhebbers
Hans bevestigt dit: “Voor natuurliefhebbers is dit heerlijk werk. We kunnen nog meer vrijwilligers gebruiken, dus hou je van de natuur en heb je van half maart tot half juni 5 tot 8 uur in de week tijd om je in te zetten, meld je dan bij ons! We gaan met de drone bij zonsopgang het veld in. Het is er dan prachtig. Hoe vroeger je er bent, hoe meer geluid de vogels maken! Ben je geen vroege vogel? We gaan ook vaak rond 9.30 uur het veld in.” Gerard vult aan: “Je maakt mooie dingen mee. Pas vonden we nog twee reekalfjes. De nieuwe vrijwilliger die erbij was werd meteen fanatiek! Net als wanneer een nieuwe vrijwilliger zijn of haar eerste ei vindt. Vanaf dat moment zijn ze verslaafd! Het enthousiasme is heel leuk. We zijn nog steeds elke keer zo blij als we de eerste grutto zien of als we een nest vinden! Dat verandert nooit. Dat en het kameraadschap onderling maakt het waard dat we er zo druk mee zijn. Na het seizoen missen we elkaar echt!”
Blij met samenwerking
Tot slot wil het drietal nog even Gerrit Nieuwenhuis bedanken. Gerrit is de gebiedscoördinator van Collectief Midden Overijssel voor onder meer de weidevogelgebieden. “Gerrit heeft ons heel goed bijgestaan sinds hij vorig jaar bij het collectief is begonnen”, vertelt Tera. “Zo heeft hij ons dit jaar erg geholpen met de laatste, heel belangrijke kuikentelling (BTS-telling). Hij heeft zelfs alle tellingen voor ons uitgewerkt en in de Boerenlandvogelmonitor gezet. Heel fijn, want dat is een flinke klus. In het algemeen kunnen we zeggen dat de samenwerking met het collectief de laatste jaren steeds beter verloopt. Ook hier is communicatie weer het sleutelwoord en die verloopt soepel. We weten bij wie we moeten zijn als we vragen hebben of we iets willen bespreken. Ook zijn de verwachtingen die we van elkaar hebben helder en dat werkt prettig.”
Foto: v.l.n.r. Gerard Heuven, Tera Venema en Hans Vlietstra