Nieuws

Deelnemer in beeld: Bas Tempert

Akkerbouwer Bas Tempert blij met eerste patrijzenjongen

 

In zijn dorp Lemele kijken sommige boeren met opgetrokken wenkbrauwen naar hem. Waarom laat akker- en tuinbouwer Bas Tempert dat ‘onkruid’ en graan staan in de winter en maakt hij zijn land niet netjes ‘schoon’? Deze boeren hebben het over zijn ‘wintervoedselakker’, één van de vijf ANlb beheerpakketten waar Bas sinds 2019 aan meedoet. Een akker waar, zo weet hij inmiddels uit eigen ervaring, weide- en akkervogels zich thuis voelen.

Zijn bedrijf Batem Bio bestaat uit 58 hectare waarvan 8 hectare tuinbouw, 20 hectare akkerbouw en de rest gras- en natuurland. De tien vleeskoeien zijn nu nog bijzaak, maar Bas wil zijn veestapel in de toekomst uitbreiden. Natuurbeheer is een logische stap. Bas: “Hoe meer diversiteit, hoe minder plaagdieren. Dat is dan ook een belangrijke reden dat wij aan natuurbeheer doen. Praktisch gezien hadden we veel percelen met een in een punt lopende hoek. Die percelen hebben we recht gemaakt en op de overgebleven punt is natuur gekomen. Dat werkt wel zo lekker.”

Patrijzen tussen de tuinbonen

“Het aantal vogelsoorten is zeker gegroeid afgelopen jaren”, vertelt Bas. “Patrijzen zagen we al langer maar dit jaar hadden we voor het eerst een paartje met jongen! Daar was ik echt blij mee”, klinkt hij enthousiast. “Deze zaten overigens gewoon op het tuinbonenveld. Op de wintervoedselakker, kruidenrijke akkers en akkerranden zien we vooral een toename van geelgorzen en veldleeuweriken, soorten die we eerst niet of nauwelijks tegenkwamen. De wintervoedselakker is van juni tot maart bedekt met een graan- en kruidenmengsel. Dat hier veel voeding in zit, merken we doordat het er zodra het gaat vriezen ineens vol vinkjes zit die elders dan geen voedsel meer kunnen vinden.”

Eieren van de wulp

“Sinds kort zien we ook torenvalken en scholeksters. Op de es hadden we dit jaar voor het eerst twee paartjes kievieten. Ook zagen we voor het derde jaar een broedende wulp, zo’n prachtig dier met die lange kromme snavel! Helaas verdwijnen daar elke keer de eieren van. Er is dan ook veel predatie van onder meer buizerds, kraaien, marters en dassen. Er zitten hier gewoonweg veel dieren”, zegt Bas, terwijl hij me onder het praten terloops op een bonte specht in zijn tuin wijst. “Van insecten weet ik niet zoveel, maar dat aantal wordt zeker niet minder. We zien veel wilde bijen, sluipwespen en vlinders waaronder de koninginnenpage. Deze laatste komt af op de venkel en bleekselderij, waardplanten voor deze soort. Ook boomkikkers nemen toe in aantal. Die konden we dit voorjaar goed horen!”

Bodemverbetering door ruige mest

“Beheerpakketten met minder resultaat zijn extensief beweid grasland en botanisch grasland. Daar blijft teveel raaigras op staan, of misschien is de bodem gewoon te voedselrijk. Deze percelen zetten we daarom volgend jaar om naar een pakket gericht op bodemverbetering door het opbrengen van ruige mest. Dat past ook goed bij ons lange termijnplan om meer koeien te nemen. Mijn doel is uiteindelijk zelfvoorzienend te worden met mest.”

En hoe gaat het met de plaagdieren? Bas: “Van luizen hebben we nauwelijks last. Dat wijt ik aan de hoge biodiversiteit. Omgekeerd is echter ook wel eens gebeurd dat de wantsen uit de natuurlanden op het gewas afkwamen. Daar hebben we één jaar veel bleekselderij mee verloren. Dat kan gebeuren. Uiteindelijk gaat het erom dat natuurbeheer helpt meer balans te creëren op je bedrijf. En dat is een proces van vele jaren.”

Op de foto is de wintervoedselakker van Bas Tempert te zien

 

Meer nieuws